Het Rode Kruis kiest een eigen weg

Onafhankelijkheid is de laatste van de zeven grondbeginselen van het Rode Kruis die in deze serie worden belicht. Het is een leidraad voor de manier van werken die te allen tijde gewaarborgd moet blijven. Waarom is onafhankelijkheid zo belangrijk? En hoe garanderen we onze onafhankelijkheid, ook in de toekomst?


De grondbeginselen van het Rode Kruis zijn nauw met elkaar verweven. Belangrijke drijfveren zijn menslievendheid en onpartijdigheid, die niet zonder elkaar kunnen bestaan. Om iedereen vanuit menslievendheid te helpen, kun je geen onderscheid maken tussen mensen onderling. Deze doelen worden door het Rode Kruis uitgedragen in de manier van werken. Ook naar buiten toe, bijvoorbeeld in relatie tot de overheid. Een organisatie die open staat voor iedereen, ongeacht ras, huidskleur of nationaliteit, zal beter bestand zijn tegen druk van buitenaf om in vrijheid volgens de eigen kernwaarden te blijven handelen.


Eigen uitgangspunten

Het Rode Kruis neemtbeslissingen onafhankelijk van de overheid, om zo zelf te kunnen bepalen waar de hulp het hardst nodig is. Tessa Beeloo, landelijk coördinator Humanitair Oorlogsrecht (HOR), legt uit waarom dat zo belangrijk is: “De overheid is politiek gedreven, wat zou kunnen betekenen dat er bepaalde bevolkingsgroepen buiten het beleid vallen of zich niet gehoord voelen. Het Rode Kruis vertrekt vanuit een ander uitgangspunt, namelijk medemenselijkheid. Op basis daarvan bepalen wij zelf waar onze hulp naartoe gaat en op welke doelgroepen we ons richten.”
Met deze manier van werken is het belangrijk om volledig transparant te zijn over de manier waarop beslissingen worden genomen en waar financiële middelen naartoe gaan. “Hoe transparanter je bent, hoe beter je kunt laten zien dat je onafhankelijk bent.”


Tegen tweedeling

Hoe ziet die onafhankelijkheid er uit in de praktijk? Een actueel voorbeeld is de opvang van vluchtelingen uit Oekraïne. Deze mensen hebben alles achter moeten laten om het oorlogsgeweld te ontvluchten, dus is het belangrijk om ze goed op te vangen in ons veilige land. Daarom werd in Amsterdam een Humanitair Servicepunt opgericht. “Door de gemeente Amsterdam werden daar bepaalde voorwaarden gesteld wat betreft de financiering die niet stroken met onze grondbeginselen. Het Rode Kruis heeft zich daarom uiteindelijk teruggetrokken van deze opvangplek, omdat we niet volgens onze eigen principes konden werken.”

Bij de organisatie van de opvang in Nederland signaleert het Rode Kruis een tweedeling tussen mensen uit Oekraïne en vluchtelingen van elders. “Er is een structuur opgezet die parallel loopt aan het reeds bestaande opvangsysteem. Vanuit ons grondbeginsel onpartijdigheid kunnen wij geen onderscheid maken tussen vluchtelingen op basis van hun nationaliteit. Daarom signaleren wij dat er meer hulp nodig is binnen het bestaande systeem. Dat blijven we aan de kaak stellen; zie bijvoorbeeld de problemen bij het opvangcentrum in Ter Apel.”


Buiten de boot

Een ander voorbeeld van de onafhankelijkheid van het Rode Kruis was de noodhulp gedurende de coronacrisis. Dat gebeurde onder meer door ondersteuning van test- en vaccinatiestraten en door het uitdelen van voedselpakketten en boodschappenkaarten aan mensen die in financiële nood verkeerden door de lockdowns.

Tessa: “Ook tijdens deze crisis werd door het Rode Kruis gesignaleerd dat er groepen burgers buiten de boot dreigden te vallen, zoals ondernemers en zzp’ers die geen overheidssteun kregen. Later heeft de overheid het beleid verruimd. Het Rode Kruis maakte al eerder de keuze om ook deze groepen de hulp te bieden die ze nodig hadden. Daar hebben we een actieve rol in gespeeld. Die mogelijkheid hebben we omdat we onafhankelijk van de overheid beslissingen kunnen nemen.”
Een bevolkingsgroep die per definitie buiten het beleid valt, is de grote groep ongedocumenteerden in Nederland. Het Rode Kruis biedt directe hulp aan mensen zonder papieren en probeert daarnaast de overheid te bewegen om structurele ondersteuning aan hen te gaan bieden.


Internationaal bijspringen

Om goed te kunnen signaleren waar de hulp het hardst nodig is, is het van groot belang dat het Rode Kruis goed in de maatschappij verankerd is. Daarom is de organisatie actief in het hele land. Niet alleen in de provincies, maar ook in steden en zelfs op het lokale niveau van wijken. De structuur van het Rode Kruis is bewust zo opgezet. Om voeling te houden met waar de problemen liggen, zowel op internationaal als nationaal niveau.
“Onze structuur is federaal, zodat de behoeften op lokaal niveau gepeild kunnen worden. Daar wordt dan op gereageerd met beleid dat past binnen de grenzen van het betreffende land.”

Deze organisatiestructuur maakt het ook mogelijk om wereldwijd te handelen in situaties waar de nood op dat moment het grootst is. “Als er in Zambia acute noodhulp nodig is, bijvoorbeeld door een conflict of een natuurramp, kan het zijn dat daar de middelen ontbreken om te kunnen helpen. Omdat wij internationaal werken, kunnen we op lokaal niveau opschalen, door bijvoorbeeld zusterorganisaties uit andere landen te laten bijspringen. Ook kaarten we dit aan bij onze eigen overheid, omdat we vinden dat we als land moeten helpen wanneer er ergens grote nood is. Zo proberen we onze stempel te drukken op de vraag waar humanitaire noodhulp op dat moment van belang is.”